Het recht op een niet-digitaal alternatief voor elke administratieve handeling: voorstel van minister Vanessa Matz is goedgekeurd door de regering

De Ministerraad heeft, op initiatief van de minister van modernisering van de overheid Vanessa Matz, in eerste lezing een wetsontwerp goedgekeurd dat elke burger het recht garandeert om zijn administratieve handelingen op een niet-digitale manier te kunnen verrichten, zonder extra kosten. 

Tegen 2030, in overeenstemming met de doelstellingen van het Europese Digitale Decennium, moeten alle administratieve procedures van de federale administratie en van overheidsbedrijven digitaal kunnen gebeuren. Voor minister Vanessa Matz moet deze modernisering gepaard gaan met een cruciale vereiste: overheidsdiensten moeten burgers garanderen dat ze ook een niet-digitaal alternatief hebben om toegang te krijgen tot hun diensten. Dit beleid heeft tot doel burgers te beschermen tegen elke vorm van discriminatie op basis van digitale vaardigheden, zodat niemand wordt uitgesloten. 

De maatregel, die de minister al bij haar aantreden aankondigde, wil een fundamenteel recht in de wet verankeren: het recht op toegang tot overheidsdiensten zonder verplicht digitaal te moeten gaan. Concreet zal elke federale administratie minstens één niet-digitaal kanaal zonder meerkost moeten behouden, zoals een fysiek loket, een telefonische dienst of een contact per post. 

Dit principe zal worden opgenomen in de wet van 19 juli 2018 inzake toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties. 

“Het doel is duidelijk: moderniseren zonder mensen uit te sluiten. Digitalisering biedt waardevolle kansen, tijdswinst en meer toegankelijkheid. Maar 40% van de Belgen tussen 16 en 74 jaar bevindt zich vandaag in een situatie van digitale kwetsbaarheid en het is essentieel om elke vorm van uitsluiting door digitalisering te voorkomen. Dit gebeurt via de begeleiding en de opleiding van mensen rond digitale basisvaardigheden, maar ook via het aanbieden van een niet-digitaal alternatief”, verklaart Vanessa Matz, die het belang van dit project benadrukt: “Dit alternatief garanderen is de bevestiging van een democratisch principe: de gelijkheid van alle burgers tegenover de overheid, zonder enige discriminatie op basis van hun vaardigheden of hun toegangsmiddelen. Wanneer mensen er niet in slagen contact te krijgen met een overheidsdienst, veroorzaakt dat frustratie. Ik wil dat de overheid menselijk en toegankelijk blijft en dat elke burger zich gerespecteerd voelt.” 

Controle- en begeleidingsmechanisme voor de administraties 

De tekst vertrouwt de FOD BOSA de taak toe om toe te zien op de naleving van deze verplichting, in samenwerking met haar bestaande dienst die bezig is met de toegankelijkheid van de websites en applicaties van de overheidsdiensten. Deze controle zal het voorwerp uitmaken van een jaarlijks verslag. Het doel is vooral voortdurende verbetering: de experts van de FOD BOSA zullen de betrokken administraties begeleiden om verbeterpunten te identificeren om de toegankelijkheid van hun diensten te versterken. 

De tekst zal voor advies worden voorgelegd aan de Raad van State, net als aan Unia en aan de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH).