“Inclusie is niet optioneel”: Minister Matz wil het quotum van 3% mensen met een handicap in de federale administratie doen naleven

Op dinsdag 13 mei presenteerde minister van modernisering van de overheid Vanessa Matz in de commissie Binnenlandse Zaken van de Kamer haar algemene beleidsnota, met daarin maatregelen om de naleving van het quotum van 3% voor mensen met een handicap in de federale overheidsdiensten te garanderen. Deze doelstelling is al meer dan tien jaar vastgelegd, maar werd nog nooit bereikt. Vandaag is slechts 1,36 % van de medewerkers bij de federale overheid erkend als persoon met een handicap (858 geregistreerde personen). Het doel is om dit cijfer in drie jaar te verdubbelen door middel van een ambitieuze, gestructureerde hervorming gericht op inclusie, sociale rechtvaardigheid en de efficiëntie van de openbare dienst. 

In België leeft 1 op de 4 mensen met een of andere vorm van handicap, zichtbaar of onzichtbaar, tijdelijk of permanent, officieel erkend of niet. Toch behoren deze mensen tot de mensen die het verst van de arbeidsmarkt af staan. 

In vergelijking met zijn Europese buren heeft België een duidelijke achterstand: de werkgelegenheidsgraad voor mensen met een handicap bedraagt 65% in Duitsland en 67% in Luxemburg, tegenover minder dan 50% in België. Frankrijk legt ondertussen een quotum van 6% op aan openbare besturen, met sancties bij niet-naleving. 

In de federale overheidsdienst wordt het quotum van 3% dat sinds 2010 is vastgelegd, nog lang niet gehaald, met een huidig percentage van 1,36%. De laatste jaren is er zelfs sprake van een daling. 

Deze situatie heeft een menselijke en sociale kostprijs: mensen met een handicap hebben 10% meer kans om in armoede te leven en de werkgelegenheidsgraad ligt 36 punten lager dan die van mensen zonder handicap (een van de grootste verschillen in Europa, ver boven het Europese gemiddelde van 24 punten). 

Geconfronteerd met deze feiten wil minister Vanessa Matz de zaken in beweging krijgen. Haar stappenplan is erop gericht om van de federale overheidsdienst een voorbeeld van inclusie te maken, gebaseerd op een strategie van vier pijlers om van inclusieve werkgelegenheid een drijvende kracht te maken voor een eerlijkere en veerkrachtigere samenleving. 

 

Pijler 1: Toegang tot de openbare ambten: gelijke kansen van bij de aanwerving waarborgen 

Er bestaan al maatregelen om de toegang voor mensen met een handicap te bevorderen, maar deze blijven grotendeels onderbenut (gerichte selecties, aanpassingen, ontdekkingstrajecten). Vanaf 2025 moet elke administratie met een achterstand minstens één specifieke selectie per jaar organiseren, rekening houdend met haar grootte en capaciteit. Voor grote entiteiten (> 1000 VTE's) worden er streefdoelen vastgesteld: 2% tegen eind 2027, 3% tegen eind 2028.  De betrokken entiteiten zullen een gekwantificeerd en controleerbaar actieplan moeten indienen, opgenomen in hun personeelsplanning. 

 

Pijler 2: Redelijke aanpassingen: concrete voorwaarden creëren voor echte inclusie 

Aanwerven is niet genoeg: er moeten ook eerlijke arbeidsvoorwaarden worden gegarandeerd. Hoewel er al een systeem van redelijke aanpassingen bestaat, is het vaak slecht gekend, worden de procedures soms slecht begrepen of worden de oplossingen onderbenut. 

Er zal een federaal expertisecentrum, een toolbox, een informatiecampagne en financiële steun voor redelijke aanpassingen worden gecreëerd. Aanpassingen kunnen gaan van werkplekaanpassingen tot organisatorische aanpassingen, via gespecialiseerde digitale tools.  Het doel is om gelijkwaardige prestaties in een eerlijke werkomgeving mogelijk te maken. 

 

Pijler 3: Beter registreren om beter te kunnen handelen 

Veel van de betrokken mensen worden niet meegeteld door een gebrek aan erkenning. Vanaf 2025 zullen ook chronische ziekten worden opgenomen in de berekening van het quotum.  

Deze hervorming is in lijn met bestaande praktijken in het Vlaamse Gewest en zal het mogelijk maken om de werkelijke diversiteit van handicapsituaties, inclusief onzichtbare vormen, te weerspiegelen en deze mensen te laten genieten van het volledige scala aan maatregelen.  

 

Pijler 4: Samenwerking met maatwerkbedrijven: een hefboom voor inclusie via overheidsopdrachten 

In België spelen maatwerkbedrijven een sleutelrol in het aanbieden van begeleid werk aan mensen met functionele beperkingen. Toch blijft hun potentieel grotendeels onderbenut in federale overheidsopdrachten. Vandaag wordt slechts een klein deel van de federale opdrachten aan hen gegund, vaak door een gebrek aan zichtbaarheid of een gebrek aan kennis van wat ze te bieden hebben. 

Om dit te verhelpen zullen meer van deze bedrijven in overheidsopdrachten worden opgenomen. Een database die toegankelijk is voor inkopers, training in het gebruik van sociale clausules en technische ondersteuning zullen hun deelname vergroten en van overheidsopdrachten een echte hefboom voor inclusie maken. 

Elke federale dienst zal zich moeten blijven inzetten om deze doelstelling te behalen. Indien een federale overheidsdienst structureel nalaat de nodige inspanningen te leveren, kunnen er sancties worden opgelegd. Er zal een systeem van stapsgewijze sancties worden uitgewerkt, waarbij een tekortschietende federale dienst een aanwervingsplan moet uitvoeren en/of een selectie moet organiseren die voorbehouden is aan personen met een handicap. Als de situatie aanhoudt, kan er een begrotingssanctie volgen (een deel van de personeelskredieten kan worden geblokkeerd). Uiteraard zullen de geleverde inspanningen en de specifieke context van de betrokken federale overheidsdienst in aanmerking worden genomen. De rol van de Commissie voor de Inclusie van Personen met een Handicap is onmiskenbaar in dit proces en zal ook worden uitgebreid met het oog op de oprichting van een expertisecentrum voor redelijke aanpassingen. 

Al deze maatregelen zijn in lijn met het regeerakkoord dat oproept tot een grotere inclusie van mensen met een handicap in het ambtenarenapparaat. 

Minister Matz is vastbesloten om op dit gebied vooruitgang te boeken: "Inclusie is niet optioneel, het is een plicht van de overheid. De openbare diensten moet het goede voorbeeld geven: ze moeten een afspiegeling zijn van de samenleving in al haar diversiteit. Met dit stappenplan wil ik de daad bij het woord voegen. Het wettelijke kader zal worden versterkt, het toezicht zal worden geïntensiveerd en er zullen concrete maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat elk departement volledig zijn verantwoordelijkheid neemt. Dit is niet langer alleen een morele doelstelling: het is een juridische, strategische en menselijke noodzaak.