Leeftijdsverificatie online: Vanessa Matz verwelkomt een eerste stap, maar roept op tot meer ambitie vanuit Europa

Vanessa Matz, minister van de Modernisering van de Overheid bevoegd voor Digitalisering, verwelkomt voorzichtig de publicatie van de richtsnoeren van de Europese Commissie over leeftijdsverificatie op het internet. 

Deze langverwachte tekst vormt een belangrijke eerste stap, met concrete aanbevelingen om kinderen en jongeren een veilige online ervaring te bieden. 

Het is een stap in de juiste richting, waar we gebruik van moeten maken. Maar gezien de ernst van de uitdaging moeten we verder durven gaan,” zegt de minister. 

Bijna één op de drie internetgebruikers is vandaag een kind. In dat licht moeten we bijzonder waakzaam zijn over de maatregelen die we nemen. Volgens de minister is een geloofwaardig Europees antwoord niet mogelijk zonder doortastende maatregelen. Een schatting van de leeftijd kan nooit worden gezien als een betrouwbare verificatie. 

Bedrijven zelf laten inschatten hoe oud iemand is via algoritmes is noch betrouwbaar, noch aanvaardbaar. Ik pleit al maanden voor échte leeftijdsverificatie via veilige systemen zoals Itsme, waarmee je iemands leeftijd kunt controleren zonder persoonlijke gegevens te verzamelen of fundamentele vrijheden aan te tasten,” aldus Vanessa Matz. 

De richtsnoeren die op 14 juli gepubliceerd zijn in het kader van de Digital Services Act, leggen enkel een strikte leeftijdscontrole op voor platformen die alcohol, gokken of pornografische inhoud aanbieden. Voor andere platformen – zelfs die met een minimumleeftijd van 13 of 16 jaar – beperkt de Commissie zich tot het aanbevelen van leeftijdsschatting, zonder verplichtend karakter. Wel opent de Commissie de deur naar echte leeftijdsverificatie op sociale media via nationale wetgeving. 

Vandaag is de minimumleeftijd voor sociale media 13 jaar, maar iedereen weet dat die regel makkelijk omzeild wordt. Zoals een portier aan de ingang van een nachtclub moet er een echte controle komen. De richtsnoeren geven duidelijke richtlijnen, maar het is aan de lidstaten om ze concreet in te vullen. Ik moedig België aan om deze kans te grijpen. Dit kader zal de basis vormen voor het parlementaire debat na de zomer, om een wetgeving uit te werken die is afgestemd op de digitale uitdagingen.”